Het is vandaag al weer de laatste dag van deze maand. De zon schijnt in de tuin en door de glazen lichtstraten in onze keuken/ leefruimte. De trapkast heeft een hoeveelheid speelgoed uitgebraakt waarvan je zou denken dat we een reserve kinderopvang voor zo’n twintig kinderen runnen. Het is er maar één, overigens wel met de energie van twintig.
“Jenthe, zal ik wat Nivea op je wang smeren?”. “Nee oma, Bepanthen”.
Opa’s energiestandje stond vannacht op minus twintig en was volledig aan diggelen. De beroerdste nacht tot nu toe. Ik had op een gegeven moment het gevoel dat ik figureerde in de “Anatomische les” van Rembrandt. Om niet in dat meesterwerk te blijven hangen vlug overgestapt naar de stripwereld: “Tom Poes verzin een list dacht deze grote Bommel”. Vanmorgen dus als eerste de begeleidend oncologisch verpleegkundige gebeld met een tranen trekkend verhaal over smarten en weeën. Bleek een naamgenoot van me te zijn, ook een Albert. De Albert’s van deze wereld zijn zorgzaam en daadkrachtig, ook deze. Zijn advies luidde, hou de parasnolletjes en doe er nog wat clovenacjes bij, dat moet de pijn zodanig drukken dat je er de nacht mee door kan komen. Heb de daad bij het woord gevoegd en de paraclacjes beginnen hun werk te doen.
Er zijn veel dingen waar ik op dit moment de dampen over in kan hebben, meestal omdat de moed en/ of de energie ontbreekt. Neem het heerlijke weer dat zich aan de andere kant van het venster manifesteert, normaal zou ik in de serre zitten met de verwarming aan. Heb van Junior een smag (een halsdoek met van die kwasten) en een platte pet met zonder klep (peaky blinders style) te leen gekregen om tijdens het snuiven van frisse lucht niet al te zeer af te koelen. Gaat gebeuren als ………………, echt wel als …………….. eerst even die broodnodige omslag.