“Goedemorgen schat, lekker geslapen?”. Als een blok, voor de derde nacht op een rij. De hoge handen en voeten truck doet nog steeds opgeld. En dat is te merken, om acht uur uit de veren, een heerlijke douche, twee verdwaasde baardstoppels gekopt, even iets in de maag en dan op weg naar mijn booster.
Nee, geen nieuw elektrisch vervoermiddel, op meer dan twee wielen, maar de vierde anti Covid spuit gevuld met Moderna. In de verwachting dat het zo gepiept zou zijn, veel animo zou er wel niet zijn, draaide ik de parkeerplaats op en ontwaarde tot mijn verrassing een lange rij geparkeerde auto’s. Bij binnenkomst kwam het aapje uit het mouwtje. “Heeft u een afspraak meneer?”. Ja, natuurlijk heb ik een afspraak, zei ik tegen tattooklerenkast. “Dan mag u naar links meneer”. Rechts ontwaarde ik een aanzienlijk langere rij prikadepten die kennelijk op goed geluk aan waren komen waaien. Eénmaal naar links gezwenkt begon het. Zichzelf machtig interessant vindend type heeft een dringende behoefte om zijn halve leven te ontvouwen en heeft mij als klankbord verkozen. Praat als Brugman en komt zo’n dikke meter in mijn comfort zone die nog steeds minstens anderhalve meter is. En dan is zo’n stokkie toch verrekte handig, mits op adequate wijze gemanoeuvreerd tussen kwebbelbron en klankbord. Omdat mijn desinteresse de kwebbelbron volledig ontgaat is het wachten op het moment van retireren. Net voor dat tattooklerenkast 2 het sein geeft om tussen strak gespannen linten een paar haarspeldbochten te nemen, draai ik me om en zeg op innemende wijze: “Gaat u maar voor, u bent wat ouder”. Ik kon nog net de vertwijfeling op het gezicht van mijn ex-voorloper zien.
Ruim voordat ik bekend werd met kanker deden Marianne en ik er binnen onze mogelijkheden alles aan om besmetting in wat voor vorm en met wat dan ook te voorkomen. BDaar is niets in veranderd. Bijna al onze vrienden/ kennissen, onze kinderen, onze broers en zussen en partners hebben Covid gehad. De één fietste er zo door heen, de ander is behoorlijk ziek geweest of ondervind er nog de naweeën van. Ondanks deze tsunami aan besmettingen worden we geacht het oude normaal weer op te pakken en normaal te doen.
Bovenstaand tafereeltje doet zich in allerlei vormen overal voor waar mensen bij elkaar komen. Winkels, zonnige pleintjes, terrasjes, noem maar op. Omdat we vaak denken dat wij ergens recht op hebben of het kind van de rekening zijn, zijn we verleerd om rekening met elkaar te houden. Door kanker en onderliggend lijden heb ik met betrekking tot besmettingsgevaar, of liever gezegd het ontwijken daarvan, een grote verantwoordelijkheid naar lief en kinderen. Dat is mijn verantwoordelijkheid en alleen die van mij. En het is niet zo dat ik mijn eigen verantwoordelijkheid kan projecteren op een ander. Op die manier ontstaat een nieuw selectiemiddel met betrekking tot het eigen gaan en staan en het inviteren van gelijkgestemden.
Komt dat stokkie dan niet van pas? Doe ff normaal! Tuurlijk! Soms voel ik de behoefte om daar een onbehouwen kop mee te klieven. Cann’t have it all, can one?