Zoals ik gisteren al schreef, die dag begon met de nodige fysieke obstakels. Vanaf een uur of twee ’s middags kwamen daar misselijke trekken en steeds hevig wordende darmkrampen bij. Zelden zo beroerd gevoeld. Zo tegen een uur of vier maar het bed ingedoken. De apotheose kwam tegen zevenen, een nucleaire dump van heb ik jou daar. Ik heb verschillende malen gedumpt op het Roemeense platteland, houten hutje, gat in de grond en een plank erover, wel met een gat er in. Als het daar was gebeurt hadden de brokstukken in het dorp gelegen en was ik geëindigd in een put van drie meter. Enfin, dat hebben we ook weer achter de rug. Daarna heb ik goed geslapen.
Deze tweede cocktail slaat er, over het geheel genomen, duidelijk harder in dan die eerste. De algehele malaise zit dieper, waardoor het gevoel van weerstand kunnen bieden beetje bij beetje af neemt. Ben benieuwd hoe ver dat gaat. Vreemd avontuur? Ja, echt wel.
En nu, nu ben ik bezig om de nieuwe dag te verkennen en te bepalen waar vandaag de mogelijkheden liggen. Ik denk even naar de Xenos om vier powls te kopen, een afkorting voor plate bowls. Uitermate geschikt voor pasta’s, curry’s en dergelijke. Daarna de wekelijkse boodschappen en de rest van de dag uithijgen. Ik ga wel op drie pootjes, dus met stok, want ik ben vrij wankelmoedig. Misschien nog even wat koken als de puf er is. Is wel fijn voor Marianne die nu het leeuwendeel van het huishouden voor haar rekening neemt.
Het is heerlijk om na zo’n beroerde ervaring zoetjes terug te vallen in dat saaie, dat oersaaie maar oh zo kostbare normale leventje.